Aannemerscombinatie NRG gaat voor TenneT de landkabels aanleggen waarmee de windparken op zee worden verbonden met het nationale hoogspanningsnet. Dat gebeurt door middel van ondergrondse gestuurde boringen. In de duinen worden de land- en zeekabels aan elkaar gekoppeld. Hiervoor worden de kabels vanaf het strand onder de eerste duinenrij doorgetrokken naar de parkeerplaats van PWN.
Samen met Rijkswaterstaat, Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier, de gemeenten Beverwijk en Heemskerk, PWN, strandexploitanten en vertegenwoordigers van bewoners in de omgeving onderzoeken we nu met NRG de opties om overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken.
Boorpunten op gelijke hoogte
Begin januari start de eerste boring vanaf het landgoed Westerhout naar het toekomstige transformatorstation aan de Zeestraat. In 2021 zal er ook vanaf de parkeerplaats van PWN aan de Meeuwenweg in Wijk aan Zee naar het strand worden geboord. Aangezien de boor onder de duinen door naar het lager gelegen strand gaat, moet het strand op de plek waar de boor de grond uitkomt volgens Patrick Bakelaar, omgevingsmanager bij NRG, tijdelijk worden verhoogd. “Om het boorgat in stand te houden gebruiken we een kleiwatermengsel. Als de punten waar de boor de grond ingaat en waar deze weer bovenkomt niet op gelijke hoogte liggen, dan stroomt dat mengsel er op het laagste punt gewoon weer uit en kan het boorgat instorten.
Omgevingsmanager Patrick Bakelaar van aannemerscombinatie NRG. Fotograaf: Jorrit ’t Hoen.
Tijdelijk plateau
Omdat het strand en de duinen deel uitmaken van de primaire waterkering, is het zaak dat deze voorziening zo stabiel mogelijk blijft. Patrick: “Daarom gaan we het strand ten noorden van de strandopgang Relweg tijdelijk ophogen om daarmee het hoogteverschil op te heffen. Ook creëren we daarmee voldoende tegendruk voor de boring, zodat het boorgat niet instort. Dit plateau wordt naar verwachting zo’n 150 bij 80 meter groot. Tegen de duinrand twee meter hoog en zeven meter bij de waterlijn. Rond het plateau plaatsen we zogenaamde geotubes. Dat zijn feitelijk grote zakken die we vullen met zand om te voorkomen dat erosie rond de ophogingsconstructie optreedt. Die constructie vullen we vervolgens met zand om het plateau te realiseren. Daarvoor is zo’n 45.000 tot 50.000 kuub zand nodig. Dus voordat we het materieel voor de boringen aanvoeren, zal er eerst een flinke berg zand op het strand moeten worden aangebracht.”
Samen opties wegen
Bij omwonenden leeft uiteraard de grote vraag: wat gaat er straks aan zwaar verkeer door het dorp heen en via de Relweg naar het strand? Patrick: “Daarover zijn we nu met verschillende partijen, zoals gemeenten, Rijkswaterstaat, de strandexploitanten en natuurlijk bewoners uit de omgeving in gesprek. In deze klankbordgroepen onderzoeken we samen met de omgeving hoe we noodzakelijke transporten en werkzaamheden met zo min mogelijk hinder kunnen realiseren. Zo onderzoeken we bijvoorbeeld of het mogelijk is dat we op een andere plek op het strand zand kunnen weghalen zonder de waterkering ter plekke te verzwakken. Andere opties zijn aanvoer via zee, land of het terrein van Tata Steel. Deze opties brengen we nu in samenspraak met alle belanghebbenden/betrokkenen in kaart met behulp van een afwegingskader. Daarin wegen we de opties volgens de criteria: veiligheid, omgeving, haalbaarheid, planning en kosten. Het doel is samen te onderzoeken hoe we deze onvermijdelijke werkzaamheden met zo min mogelijk overlast kunnen uitvoeren.” Ook zijn we in overleg met de gemeente Heemskerk en de eigenaren van Noorderbad en de strandhuisjes om te kijken of de strandhuisjes tijdelijk naar het noorden kunnen worden verplaatst.
Mogelijke opties om materiaal en materieel aan te voeren voor het werk op stand.
Klankbordgroep
Tijdens gesprekken met de klankbordgroepen en op de informatiebijeenkomst begin september hebben we al veel informatie van belanghebbenden gekregen. Patrick: “Op basis van al die informatie en de weging van de verschillende opties willen we samen met de omgeving een zo breed mogelijk gedragen aanpak voor de transporten en de werkzaamheden voor elkaar krijgen. Deze dienen we vervolgens in bij het bevoegd gezag; Rijkswaterstaat, het Hoogheemraadschap en de gemeenten Beverwijk en Heemskerk.
Omgevingsmanager Patrick Bakelaar vertelt bewoners op Informatiebijeenkomst in de Moriaan op 14 september over de werkzaamheden. Fotograaf: Jorrit ’t Hoen.
Duur werkzaamheden
Volgens planning duren de werkzaamheden voor de boringen op het strand zo’n negen maanden. Daarna zijn er ook nog vier of vijf maanden nodig voor het trekken van de kabels die vanaf zee komen. Voor de uitvoering van de boringen mikken we op het laagseizoen. Maar als je alle werkzaamheden bij elkaar optelt, dan kom je uit op anderhalf jaar. De kans bestaat dat er tijdens één en mogelijk twee zomerseizoenen werkzaamheden op het strand moeten worden uitgevoerd. We moeten ook rekening houden met de doorlooptijden van procedures voor de benodigde vergunningen. Deze bedragen minimaal 26 weken. We verwachten dan ook dat de werkzaamheden op het strand pas op zijn vroegst in het tweede kwartaal van 2021 van start kunnen gaan.”
Verschillende scenario’s
Ook zijn we afhankelijk van het moment waarop de goedkeuring en vergunningen ontvangen. We werken daarom verschillende scenario’s uit zowel het plan A voor starten in het laagseizoen en plan B voor starten in hoogseizoen samen met de omgeving uit. Uiteraard werken we met het oog op de omgeving het liefst in het laagseizoen. Kortom, we weten dus nog niet exact wanneer we beginnen, wanneer de werkzaamheden zijn afgerond en of deze binnen één aaneengesloten doorlooptijd plaatsvinden.”
Zo breed mogelijk draagvlak
In de gesprekken met de diverse belanghebbenden proberen we de onvermijdelijke werkzaamheden binnen de bestaande ruimte optimaal met de omgeving af te stemmen. Patrick: “Daarvoor staan we in nauw contact met de omgeving via de klankbordgroepen voor bewoners en de strandhuisexploitanten. Datzelfde geldt ook voor medewerkers van de gemeenten, het Hoogheemraadschap, PWN en Rijkswaterstaat. We hopen spoedig met een zo breed mogelijk gedragen plan van aanpak te komen.”