Tussen twee boringen komt een zogeheten mofput, waar de kabels met elkaar verbonden worden. Elke boring op land is maximaal 1.200 meter lang. Reden hiervoor is dat de kabels maximaal 1.200 meter lang zijn. Langere kabels kunnen niet getransporteerd worden, de haspels op de vrachtwagens worden dan te groot en te zwaar. Op het tracé zal dus na elke circa 1.200 meter een punt zijn waar kabels aan elkaar verbonden worden. Deze aansluitpunten liggen ondergronds en zijn na het beëindigen van de werkzaamheden niet meer zichtbaar.