Voorafgaand aan de keuze hebben wij in nauw overleg met de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Rijkswaterstaat, de provincie Zuid-Holland en gemeenten diverse routes voor de netaansluiting van windpark Hollandse Kust (zuid) onderzocht,. Ook verschillende belangenorganisaties op het gebied van visserij, scheepvaart, natuur en milieu hebben we in proces betrokken. Van de verschillende tracés zijn de milieueffecten gedetailleerd onderzocht in een milieueffectrapportage (MER). De definitieve route (het voorkeursalternatief) is bepaald op basis van informatie uit de MER en op basis van economische (kosten), technische, haalbaarheids- en andere maatschappelijke overwegingen. De ministers van EZK en van BZK hebben dit tracé opgenomen in het inpassingsplan. Het definitieve tracé is inmiddels vastgesteld in het inpassingsplan.
Voor de locatie van de platformen en de route van de kabels gelden diverse praktische en technische eisen. Het is belangrijk dat ze goed toegankelijk zijn voor (onderhouds) schepen, dat er geen obstakels zijn in een straal van minimaal 500 meter en dat ze dichtbij de windparken komen, zodat de bekabeling van en naar de windturbines zo kort mogelijk is.
Uitgangspunten voor kabels: