Om meer windenergie van de Noordzee te krijgen zijn nieuwe windenergiegebieden nodig. In november 2021 organiseerde de Rijksoverheid een namenwedstrijd, waaraan iedereen kon meedoen. In totaal zijn maar liefst 5922 inzendingen ontvangen. De lijst met alle inzendingen is inmiddels teruggebracht tot 12 namen. Van Beaufort tot Bura (een snijdend koude valwind uit noordoostelijke richting), van Ventomare tot Zephyr (Griekse god van de westenwind).
Stem op uw favoriete naam en help de leukste namen te kiezen. Stemmen kan tot maandag 31 januari aanstaande.
De periode tot en met 2030 richtte zich voorheen op de doelstelling uit het Klimaatakkoord om in 2030 jaarlijks 49 TWh aan windenergie van zee te produceren. Daarvoor is een capaciteit van ongeveer 11,5 gigawatt (GW) nodig. In 2020 is besloten de doelen voor 2030 verder aan te scherpen. Hiervoor zijn extra windenergiegebieden en windparken nodig, evenals extra ondergrondse hoogspanningsverbindingen om de windenergie naar land te brengen.
De onbenutte (delen van) windenergiegebieden op zee in het Nationaal Waterplan 2016-2021 bieden nog maar beperkt ruimte voor nieuwe windparken. Daarom zal het kabinet nieuwe windenergiegebieden op zee moeten aanwijzen om verdere doorgroei van wind op zee mogelijk te maken. Nieuwe windenergiegebieden wijst het kabinet aan in het Programma Noordzee 2022-2027. Dit programma is een onderdeel van het Nationaal Waterprogramma 2022-2027, dat het Nationaal Waterplan 2016-2021 opvolgt.
Het kabinet streeft ernaar om in het Programma Noordzee 2022-2027 ruimte voor 27 GW aan extra windcapaciteit op zee aan te wijzen. Hiervoor heeft het kabinet in het ontwerp Programma Noordzee 2022-2027 acht zoekgebieden geïdentificeerd. Een deel van deze acht gebieden zal het kabinet aanwijzen voor de extra windparken die bovenop de bestaande routekaart nodig zijn in de periode tot en met 2030. Naar verwachting neemt het kabinet hierover in 2022 een besluit met de publicatie van het definitieve Programma Noordzee 2022-2027.
Op het volgende kaartje ziet u voor welke zoekgebieden nog namen nodig zijn.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en TenneT werken momenteel al aan de voorbereidingen van twee Net op zee-verbindingen vanuit windenergiegebied 1. Afgelopen 14 januari zijn de participatietrajecten gestart voor deze projecten. Het betreft de Extra verbinding Sloegebied die aansluit op het landelijke hoogspanningsnet in het Sloegebied in de gemeente Borsele en de Derde 2GW-verbinding die aansluit op de Maasvlakte. Stakeholders kunnen tot uiterlijk 24 februari aanstaande reageren op het voornemen en participatievoorstel voor Extra verbinding Sloegebied, evenals het voornemen en participatievoorstel voor Derde 2GW-verbinding Maasvlakte.
Beide verbindingen hebben nu nog een tijdelijke naam. Zodra de naam van de windenergiegebieden is gekozen op basis van de stemming, krijgen de verbindingen hun definitieve naam.